Ronde van Vlaanderen 2015
Heerlijk, we zouden weer de Ronde van Vlaanderen rijden. Als je deze eenmaal hebt gereden wil je dit elk jaar weer doen. Echt. Het is zwaar, zeker de editie van dit jaar (zie verderop) maar eenmaal over de finish is de voldoening groot. Het is niet zo zwaar als bijv. de Marmotte (waarbij ze je na de finish letterlijk kunnen opvegen) maar wel pittig.
Vanaf 2011 heb ik hem ieder jaar gereden, de eerste 2 keer de middenafstand (133 km) daarna ieder jaar de ‘normale’ afstand van 236 km met start in Brugge en finish in Oudenaarde. Via de app-groep ‘volledige RVV 2015’ begon de voorpret al geruime tijd voor 4 april, de dag van de RVV. Dan had er weer iemand +200 km gereden ‘kiek moar eemn op strava’, hadden anderen stiekum in Tecklenburg getraind en weer anderen (Dinand en ik) greep de Tour 75 klimclinic Holterberg aan om de bergbenen op niveau te brengen. Met Omega had ik een week eerder al een klimclinic Holterberg gedaan, dus dat paste prima in de planning. De Amerikaanse griep ging aan de leden van ‘volledige RVV 2015’ helaas niet voorbij. Deze klopte op ongeveer hetzelfde moment (eind februari) bij René en mij aan. Na een dikke week was ik weer hersteld, de onfortuinlijke René heeft echter nog weken lopen sukkelen (luchtweginfectie). Hierdoor een streep door RVV dit jaar voor kasseien-specialist René, volgend jaar beter. Van de Sunday Boys Dick en Koeno (beide ook vorig jaar van de partij) zat Dick kort voor de RVV nog in de lappenmand met griepverschijnselen en een dikke knie. Gelukkig net op tijd fit, waarbij Koeno’s peptalk hem deed besluiten om toch mee te doen.
Op de vrijdag voor RVV Ronald opgehaald en na wat files Oudenaarde bereikt. Hier troffen we mede RVV’ers Bart, Hans Meijer (vriend van René), diens vriend Hendrik Groothof en Dinand (die z’n vriendin had meegenomen).Vervolgens de startdocumenten opgehaald in Oudenaarde, waarbij we droge kleren bij onze vaste kroeg konden achterlaten (dat bleek achteraf geen overbodige luxe). Vlamingen vinden wielrenners volgens mij altijd interessant, dus meteen aanspraak:
Vlnr Hendrik (kennis van René), Ard, Ronald, geïnteresseerde Vlaming, Dinand (waar blijft het bier). Het lijkt alsof iemand hier ruzie zoekt met Ronald maar ook deze man was gek van wielrennen.
In Brugge ons hotel opgezocht waar we met z’n vijven verbleven. ’s Avonds laat na de pizza en pasta kwamen Dick en Koeno ook Brugge binnen, die na hun autorit behoorlijk dorst hadden gekregen.
’s Morgens vroeg: wat trekken we aan? Uit het raam kijkend leek het wel mee te vallen, droog met hier en daar misschien een spatje. Dit bleek een misvatting… Op de markt Dinand, Dick en Koeno getroffen, die in een ander hotel verbleven. Laatstgenoemden moesten ’s morgens de startbescheiden nog ophalen, wat inhield dat we eerst naar het Jan Breidel stadion buiten de stad moesten fietsen om dit op te halen en vervolgens weer terug naar de markt waar de start was. Dus al 10 km gereden voordat we met z’n 8en konden starten. Eenmaal onderweg bleek het best wel nat en koud te zijn. Mijn overschoenen lagen nog in de tas op de hotelkamer, ik meende dat de overkousen wel afdoende zouden zijn. Na 20 km beide voeten dus al kletsnat en koud. Bart had niet eens overkousen aan dus idem dito. Dick en Koeno hadden de korte ipv de lange handschoenen aangetrokken dus die zaten al met de handjes te wapperen onderweg om het warm te krijgen. Ronald had onder zijn windstopper 2 truien en een enkel jasje aangetrokken dus die was nog het koudst van allemaal. Dinand had een jack aan waar iets met nano-technologie in zat verwerkt aldus Dinand en was het best op de barre omstandigheden gekleed. Want hoewel het niet echt hard regende, is het een groot deel van de dag niet droog geweest. Inmiddels hadden we de 1e lekke band gehad van Hendrik en als je dacht dat je het al fietsend koud had bleek al banden plakkend/wachtend dat de lichaamstemperatuur nog verder daalde. Hans had de avond voor vertrek naar België nog de tegenwoordigheid van geest om zijn ketting te vervangen. Eenmaal op de fiets onderweg bleek deze bepaald niet lekker op zijn oude tandwielen te lopen. Onderweg zag Hans in een flits een fietsenwinkel, wij stoppen en de warme winkel in. Hans kon z’n blokje laten vervangen, Dick en Koeno kochten waterdichte handschoenen en ikzelf kocht wat van die stevige energybars (had alleen gelletjes meegenomen, ook al niet zo slim). In de winkel merkten we dat we Bart kwijt waren, die had in de hectiek niet gemerkt dat we waren gestopt. Toen we weer verder gingen reed Hendrik later weer lek en niet veel later Koeno ook nog eens. Inmiddels was iedereen tot op de draad nat en gezichten als mijnwerkers. Het was eigenlijk wel komisch om te zien. Een band verwisselen met shakende vingers valt nog niet mee! Dinand en Ronald hebben we op een gegeven moment niet meer gezien, die zijn naar ik later begreep een nogal shabby Chinees restaurant binnengestapt voor een kop koffie en wat warmte. Had het er met Dick onderweg nog over, straks met die kasseien wordt het nog link, die zijn spekglad nu. Dat het link werd moest ik helaas aan den lijve ondervinden, ik voelde me de hele dag superfit waardoor ik net even teveel risico op de gladde kasseien nam. Ik wilde uitwijken naar het paadje naast de kasseienstrook waarbij mijn voorwiel weggleed en ik hard op mijn knie terecht kwam. Een fikse wond op mijn knie, balen en het deed even verrekte zeer. Fietsen kon nog, ondanks dat de derailleur niet meer lekker liep door de knal. De pijn trok later wel wat weg. Na de Wolvenberg even gestopt om naar mijn derailleur te kijken. Toen ik doorreed stond Dick te wachten en Hans en Hendrik waren ook in de buurt. Ik meende dat Koeno was doorgereden en besloot de jacht op hem in te zetten. Na zo’n 2 uur hard doorrijden nog steeds geen Koeno, wel kwam ik Bart tegen. Die had geen Koeno gezien. Zou ie dan toch achter mij zitten? Dit bleek achteraf wel zo te zijn, zijn plaspauze was mij ontgaan. Ben doorgereden, had nog de hoop dat Ronald voor mij zou rijden zodat ie naar mijn ratelende derailleur kon kijken (bij de stops met met technische ondersteuning stonden iedere keer diverse renners te wachten en ik had geen zin om nog kouder te worden). Maar die bleek vanwege de koffiestop ook achter ons te zitten. Op een gegeven moment komen dan al die bekende klimmetjes als Molenberg, Valkenberg, Eikenberg en de super steile (max 22%) Koppenberg. Vroeg me al af of het uberhaupt mogelijk zou zijn om de Koppenberg vandaag vanwege de gladheid fietsend te bedwingen. Niet dus. De eerste meters ging het nog wel, helaas voor mij moesten ze allemaal lopen en dan moet je zelf ook afstappen. Ik heb misschien 2 of 3 mensen fietsend omhoog zien gaan. Nog een aantal colletjes een bevoorradingen, die alle 6 zeker nodig waren. Als je koud en nat bent lijkt het wel of je dubbel zoveel verbrandt, je moest echt de hele tijd blijven eten om geen hongerklop te krijgen! Na 223 km de Oude Kwaremont en niet ver daarna de steile Paterberg (max 20,3%). Deze laatste lag er wel droog bij, inmiddels was eindelijk het zonnetje doorgebroken! Na 239 km eindelijk na kilometers tegenwind de finish in Oudenaarde. Gelijk doorgereden naar het Qbus terrein waar je je stuurbordje kon inruilen voor een T-shirt en ik de EHBO-post opzocht om de wonden op m’n knie te laten verzorgen. Toen terug naar de afgesproken plek, café Brussels waar onze warme kleren lagen. Na een tijdje kwamen Bart, Hans, Hendrik, Ronald en Dinand binnen. Dick en Koeno hebben eerst op het (vorig jaar zonovergoten) marktplein wat gedronken en kwamen toen ook binnen. Ons lavend aan de warmte, een vette hap en bier vonden we het een ondanks de ontberingen onderweg een geslaagde dag. Wat een avonturen weer beleefd!
’s Avonds in Brugge nog op stap geweest en de volgende dag de start meegemaakt van de profs. Op zo’n dag is het 1 groot feest in Brugge, een geweldige sfeer: In Hoogezand bij Ronald het laatste uurtje van de Ronde van Vlaanderen nog even gezien, wat weer een spannende finale. En des te mooier om te zien met het besef dat we daar zelf gister nog reden.
Ard