ATB

Gisteren, zaterdag 17 december 2011, heb ik mijn eerste rondje ATB beleefd met Tour75. Van diverse Jannen had ik verhalen gehoord over ongehoord vieze fietsen, glij- en valpartijen en over beestachtig snelle ritten over wortelstompige bospaadjes. In deze verhalen speelde men vooral vriend Guikema de Zwarte Piet toe, waarbij ik af en toe een gespannen trekje in hun gezicht meende waar te nemen. Daar stond tegenover dat Harry O. zei dat ATB-en beslist de moeite waard is en dat hem ATB-en goed bevalt.

Toen ik tegen kwart voor een vertrok reden juist Melle en Eddy K. voorbij en samen gingen we naar het verzamelpunt Gorki Park. Daar stonden Harry K., Harry O., Jellie, Herman en, gehuld in zwart, Piet G. Met deze acht gingen we op pad. Piet voorop, de rest erachteraan. Nog voor we het eerste zandpad kruisten, vluchtte de eerste hond met de staart tussen de benen weg. Ik wist, dit belooft nog wat.

En inderdaad, zand betekende: zo snel mogelijk achter Piet aan dit pad over. Er werd lekker gereden, ook door mannen die zich bij voorbaat verontschuldigden voor hun uithoudings-vermogen. En er werd goed gewacht.

Slechts één keer kwam ik vast te zitten achter Eddy, die stilviel, en achter Melle, die tot aan zijn naven in het mulle zand wegzakte. We stonden vrij snel weer op de trappers, maar onze vijf voorgangers waren weg…  Waarheen? Toen we het heuveltje opreden, koos ik rechtdoor, waar onze voorgangers achterafgezien waarschijnlijk linksafgegaan waren. Wij om een meertje heen, bij de Dennenlaan in Zuidlaren. Eddy vertelde me over hoe Tour ‘75 hier vroeger conditietraining deed. Dapper fietsten we door. Maar waar was iedereen? Plots dook een bekend gezicht op. Met liefde en zorg kwam Piet ons tegemoet en loodste ons de goede kant op.
De hereniging was van korte duur: Melle en Eddy gingen naar huis. Met zes man gingen we verder, Zuidlaren uit, via de Vledders in de richting van Popken Hollander in Anloo. Om daar te komen hebben we achter Piet aan over een prachtig hobbelcircuit gereden, waarbij gelukkig ieder zijn eigen tempo mocht bepalen.

Bij Popken Hollander bleek waarom Piet voorop reed: hij was smetteloos schoon, de rest van ons zat onder de modderspetters. Deze uitspanning had ik nog niet eerder bezocht, en ik voelde me enigszins bezwaard het meubilair met mijn bemodderde uiterlijk te besmeuren. Maar kennelijk is men in deze herberg zulks gewoon. Chapeau voor de gastvrijheid van familie Sikkema, die toch maar dit soort Moddermannen toelaten. Jellie begon uit dankbaar¬heid een gedeeltelijke striptease ten overstaan van de enige twee gasten en Harry O. trakteerde wegens verjaardag appeltaart. De waard en waardin schaarden zich bij ons aan tafel, en vroegen ons af waarom we zo rustig waren. Uit het verdere gesprek bleek dat de herbergiers de rust met name in verband brachten met de afwezigheid van Jan B., Melle V. en Eddy K.

Vandaag heb ik een foto ontvangen van de gastvrije herberg. Daarop staan de zes rijders: vijf met getekende gezichten en een onverstoord als oude veldmaarschalk. De modder valt weg in de milde belichting. De warme drank en appeltaart is al genuttigd en vijf paar wangetjes kleuren rose op. Slechts aan het linkerbeen van Piet valt te zien dat hij toch echt meegereden heeft. Terugkijkend kan ik niet anders dan bevestigen, dat al die verhalen kloppen: mijn fiets en ik zaten onder de modder, de paadjes waren hobbelig en het tempo was bij wijlen griezelig hoog, er werd prima gewacht en boven al was het beslist de moeite waard.

Paul Mijland

t75atbbijpopkenhollander

foto: ‘Net terug van een begrafenis’