Ronde van Vlaanderen – Rene en Ard op pad
Zaterdag 5 April was het dan eindelijk zover. Rene en Ard konen na maanden van hard trainen dan eindelijk hun energie op de Vlaamse wegen achterlaten. Een verslag van Ard
Haantjes in de Vlaamsche Hoogmis 5 april ’14
Net als ieder jaar verheugden René en ik ons weer op de Ronde van Vlaanderen. De hele afstand van 235 km was ons vorig jaar goed bevallen, we konden het aan en op de smalle kasseien-klimmetjes is het aanzienlijk minder druk dan de populaire middenafstand van 134 km en de ‘baby-afstand’ van 74 km. De sympathieke Sunday Boys Dick Koster en Koeno Nomden zouden dit jaar met ons meegaan, bij wie ‘haantjesgedrag’ niet vreemd is maar eerder een ‘way of life’. René en ik zijn meer op een recreatieve, touristische manier aan het fietsen (*kuch*), zoals het rijden van de Drentse fietsvierdaagse en een familiebezoek in een andere provincie.
Dick en Koeno opgehaald in Winschoten waar Dick’s vrouw Tricia ons een heerlijke pasta-schotel voorzette. Koeno had al even onze Marmotte-tijden vergeleken, na ‘Glandon-correctie’ bleek dat hij en ik ongeveer dezelfde tijd hadden. Met de buikjes vol toen vertrokken naar België, eerst via Oudenaarde even de startbescheiden opgehaald en daarna doorgereden naar ons hotel in het mooie, historische Brugge. Van een lange autorit krijg je best dorst en de La Chouffe en Grimbergen gingen er in als Gods woord in een ouderling! In het restaurant waar we ’s avonds zaten te eten zat stomtoevallig ook Robert de Jong. Afgesproken dat hij zich ’s ochtends bij ons zou voegen.
’s Avonds als een blok in slaap gevallen maar tegen half 4 was de roes uitgewerkt, gelukkig had ik paracetamol bij me voor de knallende hoofdpijn. ’s Morgens nog niet veel trek in ontbijt, maar zoveel mogelijk ‘stoet’ in de achterzak gestoken en rustig aan vertrekken in de meute. Foto’tje voor de start:
Na zo’n 40/50 km werd Koeno toch wat ongeduldig en gingen we groepjes inhalen. Door de frisse lucht en het heerlijke weer (het werd zo’n 20 graden) voelde ik me alweer ok. Het handige stickertje met alle cols op het frame geplakt, wat krijgen we eerst, ah na 120 km de Wolvenberg met 7,9% gemiddeld en 17,3% max. Ik open de debatten en sprint op het buitenblad omhoog. Niemand volgt, denk ik, maar Koeno flitst mij voorbij en ik kan m net niet volgen. Klasse hoor, zeg ik, ‘jahaaaa’.
De volgende 5 cols hetzelfde beeld, Koeno eerste boven en ik soms een paar tellen, soms in z’n wiel volgend met Rene, Dick en Robert steeds wat verder achter ons. ‘Wie hebbn ze liggn Ard en nou slachten’ aldus Koeno.
De volgende col is de steilste, de Koppenberg met gemiddeld 9,4% en max 22%. Daar maakt ie echt het verschil en de (net als Koeno) met compact-cassette rijdende René schiet mij voor het eerst voorbij. Een combinatie van schietgebedjes, caffeine-gels, aspirines en Prins eraf doet René herrijzen uit de dood en neemt de eerstvolgende 2 a 3 cols mijn plaats in: vlak achter Koeno en ik op enige afstand. Wanneer gaan zij een keer kapot, denk ik, terwijl ik probeer te herstellen. ‘wel kopbeurten doen he’ zegt Koeno ‘op… tand…vlees’ is het enige wat ik nog kan uitbrengen. Op de Kaperij (1000 mtr 5,5% gemiddeld met max 9%) kan ik al weer bij ze aansluiten en op de Kanarieberg 1000 mtr a 7,7% gemiddeld en max 14% demarreer ik waar Koeno en René geen antwoord op hebben. Moraal weer terug.
Op de Kruisberg, Karnemelkbeekstraat en Kwaremont rijden we met z’n drieën omhoog, waarbij Koeno wel steeds net Haantje de voorste is. Ook op de laatste col, de steile Paterberg 360 mtr a 12,9% gemiddeld max 20,3% is Koeno de snelste met René en ik daar vlak achter. Toen hadden we de klimmetjes gehad en met name René (die vanaf de Koppenberg zeer goed reed, niet taai maar getectyleerd zou Mart Smeets zeggen) en ik hadden nog wel wat jus in de benen. Koeno had echter zijn kruit verschoten en kon op het vlakke niet meer het koptempo opbrengen wat René en ik deden, alleen maar op het tandvlees volgen.
Ineens was het nog maar 6 kilometer, nog een schepje er bovenop en met de finish in zicht nog even afsprinten, die prooi was voor mij. Doorgereden naar het zonovergoten marktplein en aan het bier. Even een fotomomentje, toevallig kwam er een bijzonder schone Belgische langslopen en die wilde René en ik wel even op de foto zetten (Koeno was bier halen).
Dick en Robert kwamen zo’n 11 minuten na ons binnen, ook beide super gereden. Nog meer bier, vette hap en de dag even terugkijkend: goed voelen, totaal kapot gaan maar toch de benen weer terugvinden en ieder in verschillende fases. Nog even met de podiummissen op de foto:
en met de trein weer terug van Oudenaarde naar Brugge. Gelukkig hadden we 2 nachten geboekt dus we konden nog even de stad in. Een dronken wijf vroeg ons iets, wij ‘huh’, wat het mens aanleiding gaf om ons uit te schelden voor ‘Janet’!! (= Vlaams voor homo). Die houden we erin, net als ‘Paljas’! (onderweg tijdens RVV gehoord). René en ik hebben ’s ochtends nog de start gezien van De Ronde van Vlaanderen, wat één groot volksfeest is.
Op het marktplein is een groot podium waar diverse rennersploegen op rijden en sterke renners als Tom Boonen, Cancellara, Wiggins door Michel Wuyts geinterviewd worden, omlijst door sfeervolle Belgische volksmuziek. Wiggins stond vlak bij ons aan de start:
Later nog doorgereden naar Oudenaarde en ze daar nogmaals voorbij zien komen en de koers nog wat gevolgd in café’s. Mooi om ‘de Ronde’ tussen de Belgen te beleven. ’s Middags teruggereden en de koers gevolgd via de belg op de radio.
Die Belg konden we vanaf Breda niet meer ontvangen, dus verder op Radio 1. Drama, steeds voetbal en hockey tussendoor, zelfs in de laatste 10 kilometer nog rustig een samenvatting van Bloemendaal-Kampong. Uiteindelijk moe maar voldaan thuis en met een galgenmaal Chinees nagenietend op een top-weekend!
Ard