Parijs Roubaix, zondag 8 Juni 2014
A sunday in hell.
Zonder plannen gebeurt er niets! En plannen zijn er om uitgevoerd te worden!
Plannen. Ze sluimeren de winter door, het voorjaar in, en worden aangewakkerd door er over te praten met mensen waarvan jij denkt en hoopt dat ze ook zo’n onschuldig vlammetje hebben branden. Een vlammetje voor Roubaix! Een keienklassieker vol verleidingen van langsliggende stroken gras, zandpaden en slordige korsten asfalt. Een hobbelig pad dat leidt naar de hel! Een moeilijk begaanbaar pad naar de hemel. De wielerbaan van Roubaix als vervangende hemel? Bedevaartsoord voor masochisten? Zeg het maar!
De animo voor dit soort ondernemingen is natuurlijk niet groot. Wie wil er nou 55 km kasseien op een racefiets voelen? Wie wil zijn veel te dure carbonnen droom kapot slaan op nukkige stenen? Nog afgezien van het feit dat zelfkastijding ook niet in ieders woordenboek voorkomt.…
Parijs-Roubaix vergt wat meer organisatie dan een doorsnee klassieker. Met de start vanuit Bohain-en-Vermandois en finish op de wielerbaan van Roubaix zouden we een chauffeur nodig hebben die onze bus weer terugreed naar het Noorden. En ondertussen ons regelmatig langs de route zou opwachten met de achterklep open.
Een chauffeur vinden viel niet mee. Lang gedacht dat we het plan moesten afblazen. En daar op het laatst ook in berust. Uiteindelijk ging een enthousiaste neef (van Willem Sanders) met ons mee. Iedereen blij!
We zouden gaan rijden met Willem Sanders (3 deelnames), Robert de Jong (0 deelnames), Hans Meijer (vriend van Rene en FTC Tour 75, 1 deelname), Hendrik Groothof (vriend van Hans, 0 deelnames), en ondergetekende (2 deelnames).
Fietsers en chauffeur hadden zaterdagnacht wat minder goed geslapen. Laat gegeten, warme kamers, onbekende bedden, gezonde spanning, luidruchtige hotelgasten en in de vroege ochtend licht onweer en regenval. Vooral dat laatste was een onverwachte tegenvaller. Omdat we nog 50 km met de bus naar de start moesten rijden ging de wekker al om 5.30 uur. Sommigen waren er al om 5 uur af. Zelf meegebrachte ontbijtspullen werden buiten onder de luifel van het hotel (het regende flink) genuttigd. Fietsen en bagage weer de bus in en richting de startplaats Bohain-en-Vermandois.
Op de weg daar naar toe zagen we hardlopers met begeleiders op fietsen en volgbusjes. De Roparun was ook onderweg. Een Nederlands estafette-loopevenement met start vanuit Hamburg en Parijs en finish in Rotterdam.
Maar wij gingen lekker hotseknotsen over de historische kasseien. Ondertussen was het gestopt met regenen. Na vlot ingeschreven te hebben waren we op pad. Natte wegen, de hele dag de wind schuin tegen, zachte banden (je fiets krijgt er een totaal andere wegligging van), glooiende wegen…. Iedereen was vol verwachting wat we zouden aantreffen op de kasseistroken vandaag. De achterderailleur van Willem stond scheef. En we waren amper 7 km op onderweg! Achterwiel eruit, gepruts met 2 hele kleine boutjes. Een boutje bleek lam. Door de snelspanner bleef de derailleur uiteindelijk toch perfect recht op zijn plek zitten.
Ik had trouwens met Hans, net als twee jaar geleden, afgesproken dat we alles over de kasseien zouden rijden. Dus geen gesmokkel langs de kanten. Alles over de kasseistroken.
Het bord Troisvilles diende zich aan en stond als een icoon in de berm! Ieder wist dat bord betekende. De eerste kasseistrook! Willem wist het ook want hij versnelde en vloog langs me heen om als eerste de strook op te denderen. Ik zag al snel dat zijn snelheid niet overeenkwam met datgene wat we aantroffen. Een zeer modderige, natte en gladde kasseistrook. Het deed me denken aan de soms barre ATB-ritten door de blubber. Willem bleef overeind. Zeer behoedzaam sturend en scherp kijkend namen we allen zonder grote problemen de eerste strook. Ieder op zijn eigen manier en snelheid. Eigenlijk vond ik dit wel leuk. Ik houd van modder en acrobatiek! Het vergt wat extra’s van je.
We zouden bij elkaar blijven hadden we afgesproken. Met de volgbus als een soort van moeder die altijd op ons staat te wachten. Of zoiets. Fiets en benen waren direct flink besmeurd. Er gingen automatisch direct diverse scenario’s bij mij lopen. Grappig is dat. Het asfalt voelt trouwens na zo’n strook altijd als een beloning. Helend asfalt of zoiets.
Ook de volgende stroken waren nog erg slecht door de natte leemachtige smurrie. Op een bepaald moment blokkeerde mijn voorwiel door opgehoopt leem. Ik kon niet verder fietsen en moest in de berm het voorwiel eruit halen om de boel weer gangbaar te krijgen. Gelukkig (toch wel) werden de stroken steeds droger en werden de weersomstandigheden dus ook steeds beter. Iedereen had er op zijn eigen manier schik in.
Het Bos van Wallers is in deze klassieker een soort van ijkpunt. Net zoals je dat wel hebt met de Wanne of La Redoute. Als we het Bos van Wallers gehad zouden hebben kon het niet meer fout gaan. En dat klopte!
Ondertussen werd het warmer en warmer. Voordeel van een volgbus is dat je makkelijk even een shirtje kunt uitdoen of wisselen. En direct jezelf laven aan aansterkende limonades (nog steeds Paul) en bananen.
Tijdens de laatste stop zagen we dat de laatste 30 km’s zich aandienden. Met diverse 4 en 5 sterrenstroken konden we nog een dik uur onze lol op.
http://www.youtube.com/watch?v=3rvuwgZ6xcw Kijkt u even mee?
En opeens was alles voorbij en reden we met een gevoel van trots en opluchting door een klein haagje van mensen de oude wielerbaan van Roubaix op. Robert en Willem zouden niet lang na ons finishen. De antieke douches waren de laatste beloning voor de dag hard werken en hard genieten!
Rene Heirman